ALBANIE
DE ALBANESE PIRAMIDESPELCRISIS
Duur: 14 maart 1997
- 16 maart 1997
Krijgsmachtdeel: Koninklijke Marine
Aantal militairen: 164
Dodelijke slachtoffers: geen
Achtergronden
Nadat in 1991 het
communistische regime definitief was gevallen, koos Albanië
- op dat moment een van de armste landen van Europa - voor een
westers economisch systeem op kapitalistische grondslag. Door
een 'goudkoorts' liet een groot deel van de bevolking zich begin
jaren negentig door lepe zakenlieden verleiden tot deelname
aan een piramidespel. De hoop om snel rijk te worden verdween
als sneeuw voor de zon toen deze investeringsconstructie uiteindelijk
als een kaartenhuis ineenstortte. Meer dan de helft van de Albanese
families raakte hun toch al karige vermogens kwijt. De benadeelde
groep was zelfs zo groot, dat de al kwakkelende Albanese economie
in een diep dal raakte. De bevolking legde de schuld bij de
overheid. Eind januari 1997 leidde de onvrede tot een massale
volksopstand tegen het gezag. De regering van president Sali
Berisha weigerde echter af te treden. De chaos mondde vervolgens
uit in totale anarchie. Legereenheden en politie konden het
tij niet keren. Winkels, banken en wapendepots werden geplunderd,
criminelen uit de gevangenissen vrijgelaten. Overal grepen gewapende
milities en bendes lokaal de macht. Maatschappelijk kwam Albanië
volledig tot stilstand. Duizenden buitenlanders en Albanezen
sloegen voor de anarchie op de vlucht. Begin maart 1997 besloot
de Nederlandse regering militairen naar de regio te sturen om
te helpen bij het evacueren van buitenlandse staatsburgers.
Het Nederlandse
aandeel
Het was niet voor
het eerst dat Nederland militairen naar Albanië stuurde.
In 1913-1914 waren al eens achttien militairen naar Albanië
uitgezonden geweest om er de vrede te bewaren (in wat wel bekend
is geworden als de eerste Nederlandse vredesondersteunende operatie).
Ook in de jaren negentig zouden Nederlandse militairen Albanië
herhaaldelijk aandoen. Ditmaal stuurde Nederland militairen
naar de regio op instigatie van Turkije dat, net als veel andere
landen, zijn staatsburgers uit de door de piramidespelcrisis
veroorzaakte chaos weghaalde. Op verzoek van de Turkse marine
werden op 15 maart 1997 het fregat Hr.Ms Karel Doorman, onder
commando van kapitein-luitenant-ter-zee J.A. Leenders, en een
groep van veertien mariniers ingezet om Turkse burgers uit Albanië
te evacueren. De Turkse marine had te weinig rubberboten om
de evacués vanaf het strand bij de havenstad Dürres
naar het Turkse fregat Ada Tepe te brengen. De Nederlandse mariniers
zouden hiervoor zorgdragen. Dat beveiliging nodig was, bleek
toen op 14 maart Duitse en Amerikaanse helikopters vanaf de
grond werden beschoten op het moment dat zij vluchtelingen probeerden
op te pikken. In de nacht van 14 op 15 maart 1997 vertrokken
de Nederlandse mariniers vanaf Eindhoven naar het Italiaanse
plaatsje Gioio del Colle. Van daaruit gingen zij met helikopters
naar de Karel Doorman. Toen het Nederlandse fregat voor de Albanese
kust bij Dürres arriveerde, kreeg het steun vanuit onverwachte
hoek. Op het moment dat de mariniers met de evacuatie wilden
beginnen, kwam een Albanese vissersboot langszij met daarop
ongeveer honderd Turkse staatsburgers. Deze werden via de Karel
Doorman naar het Turkse fregat overgezet. Hierdoor hoefden de
veertien mariniers niet in actie te komen. Dat gold ook voor
de drie Fokker-transportvliegtuigen en het peloton grondbeveiligers
die door de Koninklijke Luchtmacht paraat waren gehouden om
eventueel bij de operatie te assisteren. Wel stuurde de Karel
Doorman nog twee rubberboten om Turkse mariniers van het strand
te halen.
Enkele dagen later zond de Europese Unie een diplomatieke delegatie
onder leiding van de Nederlandse diplomaat graaf J. Marchant
et d'Ansembourg naar Albanië om te onderzoeken hoe Europa
kon bijdragen aan de stabilisatie van het land. President Berisha
vormde onder internationale druk een 'regering van nationale
verzoening' met de oppositie en organiseerde nieuwe verkiezingen.
De West-Europese Unie (WEU) stuurde onder de codenaam Operatie
Alba enkele duizenden militairen naar Albanië om een veilig
verloop van deze stembusgang te garanderen en internationale
waarnemers te beschermen. Mede dankzij deze Multinational Protection
Force verliepen de verkiezingen van eind juni, begin juli 1997
voorspoedig, met een door de oppositiepartijen gevormde regering
als uitslag.
Bron: Boek van Korea
tot Kabul
|