HUMANITAIRE HULPVERLENING HONGARIJE

(Transport bloedplasma)

 

 
 

 

 

HONGARIJE

HUMANITAIRE HULPVERLENING HONGARIJE (Transport bloedplasma)

Duur: 28 oktober 1956
Krijgsmachtdeel: Koninklijke Luchtmacht
Aantal militairen: 6
Dodelijke slachtoffers: geen

Achtergronden

Tijdens de Koude Oorlog maakte in de Oostbloklanden, waaronder Hongarije, de communistische partij de dienst uit. Het regime van de Hongaarse dictator Mátyás Rákosi fungeerde als een marionettenregering van de Sovjet-Unie. Na de dood van Sovjetdictator Jozef Stalin in maart 1953 nam de starre houding van de Sovjet-Unie tegenover haar satellietstaten enigszins af. Moskou gaf de Oostbloklanden meer ruimte voor een eigen politiek. Rákosi moest als minister-president plaatsmaken voor de meer gematigde Imre Nagy. De nieuwe premier voerde direct een aantal veranderingen door. Hij gaf politieke gevangenen amnestie, schafte interneringskampen af en draaide de collectivisatie van de landbouw terug.
Het versoepelde beleid had tot gevolg dat intellectuelen en dissidenten openlijk over de voor- en nadelen van het communisme en andere wereldideologieën konden spreken en debatteren. De geluiden over 'echte vrijheid' en 'democratie' die hierbij klonken, stuitten in Moskou echter op grote weerstand. In april 1955 werd Nagy daarom weer vervangen door de meer gezagsgetrouwe Rákosi. De Hongaarse veiligheidsdienst Államvédelmi Hatóság (AVH) drukte ieder verzet tegen deze Sovjetinmenging de kop in.
Een jaar later was het hek echter alsnog van de dam toen Sovjetleider Nikita Chroesjtsjov de wandaden van Stalin openlijk veroordeelde. Binnen de Hongaarse Communistische Partij schaarden steeds meer mensen zich achter het gedachtegoed van Nagy. Deze groep wilde het communisme hervormen tot een socialisme met een menselijk gezicht. De Sovjet-Unie probeerde de druk van de ketel te halen door Rákosi te vervangen door Ernö Gerö. De Hongaarse bevolking had echter schoon genoeg van de manipulaties vanuit Moskou. Op 22 oktober 1956 schreef een groep studenten, intellectuelen en politici een manifest, waarin zij hun steun aan Nagy uitspraken. Daarnaast eisten zij dat Hongarije uit het Warschaupact trad.
De volgende dag demonstreerde de bevolking van Boedapest massaal. Het leger en de AVH traden hard op. Een deel van het Hongaarse leger koos echter de kant van de bevolking, waarop de demonstratie in een veldslag ontaardde. Om de gemoederen te bedaren, werd Nagy diezelfde dag nog tot premier aangewezen. Dit mocht niet baten. Het revolutionaire vuur had zich reeds door het hele land verspreid. De bevolking nam de wapens op tegen het Russische leger en de geheime dienst. Vijf dagen lang vormden de grote Hongaarse steden een waar strijdtoneel. Aan beide kanten vielen veel slachtoffers. Op 28 oktober kondigde Nagy een wapenstilstand af en beloofde hij de bevolking democratie met vrije verkiezingen en een meerpartijenstelsel. Hongarije zegde eenzijdig het lidmaatschap van het Warschaupact op en vroeg de Verenigde Naties om zijn neutraliteit te waarborgen. Onverwacht trok het Sovjetleger zich uit Hongarije terug. De vrijheid leek nabij.


Het Nederlandse aandeel aan de internationale hulpactie

Bloedplasma uit Nederland

Tijdens de vijfdaagse Hongaarse Opstand van oktober 1956 raakten duizenden mensen gewond. Een Hongaarse oproep aan internationale hulporganisaties om medische hulpgoederen te leveren, bleek daarop niet aan dovemansoren gericht. Het Nederlandse Rode Kruis vroeg het Ministerie van Oorlog (zoals Defensie toen heette) vliegtuigen ter beschikking te stellen om bloedplasma naar Hongarije te brengen. Op zondag 28 november 1956 stonden de dozen bloedplasma op marinevliegkamp Valkenburg klaar om te worden ingeladen. Nadat de directeur van het Nederlandse Rode Kruis, A. van Emden, de vracht had gecontroleerd, werd het bloedplasma in twee gereedstaande Dakota's van de Koninklijke Luchtmacht geladen. Diezelfde dag vertrokken deze vliegtuigen (van 334 Squadron) naar de Oostenrijkse hoofdstad Wenen. De Nederlandse toestellen mochten namelijk niet rechtstreeks naar Hongarije vliegen, omdat het land formeel gezien nog steeds deel uitmaakte van het Warschaupact. Vliegen boven 'vijandelijk' territoir was uitgesloten. Eenmaal in Wenen aangekomen, droegen medewerkers van het Rode Kruis zorg voor het transport van het bloedplasma naar Hongarije. Diezelfde avond vlogen de Dakota's weer naar marinevliegkamp Valkenburg terug.

De Sovjet-Unie slaat terug

Even leek het erop dat Hongarije zich op eigen kracht had ontworsteld aan de Sovjet-Unie. Het Kremlin kon een dergelijk gezichtsverlies echter niet lijden, uit vrees dat de Hongaarse revolutie naar de andere satellietlanden in Midden- en Oost-Europa zou overslaan. Op 4 november 1956 sloeg de Sovjet-Unie daarom krachtig terug en viel Hongarije binnen. Met een overmacht aan militairen, tanks en vliegtuigen werd de Hongaarse Opstand meedogenloos neergeslagen. Daarmee was Hongarije weer terug in het communistische gareel.

Bron: Nederlands Instituut voor Militaire Historie

 

 

 
Deelnemende landen: n.v.t.
 

 

 
 

Een C-47 Dakota van het 334 Squadron bracht het bloedplasma naar Wenen (Foto: NIMH)