|
IRAN
HUMANITAIRE HULPVERLENING
NA AARDBEVING
Duur: 15 - 16 mei
1997
Aantal militairen: 4
Onderscheidingen: geen
Dodelijke slachtoffers: geen
Achtergronden
Begin 1997 werd Iran
in een tijdsbestek van enkele maanden getroffen door diverse
aardbevingen. Bij twee zware bevingen in de omgeving van de
stad Bojnurd kwamen half februari 38 mensen om het leven. Twee
weken later, op 28 februari, trof een aardschok de provincie
Ostane Ardabil, waarbij circa 1.000 slachtoffers vielen. Toen
op 10 mei 1997 Noordoost-Iran wederom schudde door een aardbeving,
verzocht het land om internationale steun en hulpverlening.
Bij deze laatste beving, van 7.1 op de schaal van Richter, lieten
naar schatting 2.500 mensen het leven. Vooral de bevolking van
de stad Masjhad kreeg het zwaar te verduren. Het Nederlandse
Ministerie van Ontwikkelingssamenwerking vroeg de Koninklijke
Luchtmacht hulpgoederen over te vliegen die door het United
Nations Department of Humanitarian Affairs (UNDHA) ter beschikking
waren gesteld.
Het Nederlandse
aandeel
Op 15 mei vlogen
gezagvoerder majoor F. van der Vaart en copiloot majoor H. Pasveer
van 334 Squadron met een KDC-10 naar het hulpgoederendepot van
de UNDHA in Pisa in Italië. Daar zouden ze tenten, kachels,
dekens, medicijnen en andere benodigdheden inladen. Op het vliegveld
bleek echter dat de goederen voor een ander type toestel waren
ingepakt, waardoor deze op andere pallets moesten worden overgeladen.
Doordat het transporttoestel vanwege de geldende rust- en werktijden
maximaal drie uur aan de grond kon blijven (de werkdag was vooraf
al geschat op negentien uur) gaf dit de nodige tijdsdruk. Gelukkig
bevonden zich aan boord van de KDC-10 twee ervaren personeelsleden
van KLu-Cargo, die samen met het UNDHA-personeel zoveel mogelijk
spullen opnieuw op pallets zetten. Uiteindelijk kon het toestel
alsnog binnen de gestelde tijd het luchtruim kiezen, zij het
met drie kwart van de hulpgoederen. Na een bijna zeven uur durende
vlucht arriveerde de KDC-10 op 16 mei 1997 om 02.00 uur lokale
tijd op het hooggelegen vliegveld van Masjhad. Hier werd de
33 ton vracht overgedragen aan de hulpverleners van de Verenigde
Naties. "We ontvingen hier maximale hulp van de afhandelaar
en werden bovendien met alle egards ontvangen, terwijl dit toch
niet een land was, waar we in het verleden zeer mee bevriend
waren", vertelde een lovende majoor Van der Vaart. Diezelfde
dag vloog de KDC-10 in een non-stop vlucht van negen en een
half uur terug naar Nederland.
Bron: Nederlands
Instituut voor Militaire Historie
|
|