|
NICARAGUA Operatie Felix
Duur: 6 september 2007 – 12 september 2007
Aantal militairen: 120
Onderscheidingen: geen
Dodelijke slachtoffers: geen
Achtergronden
Begin september 2007 teisterde orkaan Felix, een tropische storm van de zwaarste categorie, het Caribische gebied en Midden-Amerika. De ravage die de orkaan veroorzaakte was enorm. In de oostelijke kustgebieden van Nicaragua en Honduras raakten de meeste gebouwen zwaar beschadigd. Sommige dorpen werden geheel weggevaagd. Het dodental bedroeg 98 personen. De lokale autoriteiten hadden geen voorzorgsmaatregelen genomen en de hulpverlening in met name de afgelegen gebieden kwam daarom zeer traag op gang. Het ontbrak de slachtoffers de eerste dagen na de orkaan aan levensmiddelen, onderdak en beschutting. De Nicaraguaanse overheid was niet in staat de gevolgen van de ramp alleen het hoofd te bieden. Verschillende autoriteiten uit de regio, zoals de regeringen van Honduras, Cuba, Venezuela en de Verenigde Staten, boden hulp aan.
Nederlandse bijdrage
Het Internationale Rode Kruis verzond op 6 september 2007 een algemeen verzoek tot noodhulp. In reactie hierop zocht de Nederlandse overheid contact met de Nicaraguaanse autoriteiten. Dit resulteerde op 7 september 2007 in een officieel rekest aan Nederland om eerste hulp te verlenen. De Koninklijke Marine had eenheden in het gebied die hiertoe direct konden worden ingezet. Vanwege het orkaanseizoen (juni tot en met november) waren reeds voorzorgsmaatregelen genomen in de overzeese gebiedsdelen. De marine was zodoende klaar om noodhulp te leveren op eigen territorium op de Antillen, alsook in Midden-Amerika. Onder de voorraad noodhulpgoederen waren shelterboxen en overlevingspakketten.
De Hr. Ms. Van Nes, een Multipurpose-fregat, was in het Caribische gebied als stationsschip. In verband met de multinationale oefening Panamax 2007 bevond het zich ten tijde van de orkaan in de buurt van Nicaraguaanse wateren. Op 4 september – twee dagen vóór het verzoek van het Rode Kruis – verliet de Van Nes de oefening en stoomde proactief op richting de oostkust van Nicaragua. In de middag van 5 september lag het schip ter hoogte van de provincie Atlantico Norte klaar om ingezet te worden. De Hr. Ms. Pelikaan, het permanente ondersteuningsschip van de marine in het Caribische gebied, werd op 8 september 2007 vanuit Curaçao eveneens naar Nicaragua gestuurd. Het kwam daar 10 september aan. Omdat Nederland maar een beperkte hoeveelheid hulpgoederen beschikbaar had, koos de marine er voor de noodhulp tot een afgebakend gebied te beperken. Dit was het noordelijke gedeelte van de rond de regionale hoofdstad Puerto Cazebas gelegen mosquito coast. De Lynx-boordhelikopter van de Van Nes werd al op 6 september boven Nicaragua ingezet voor een Search and Rescue-operatie, in samenwerking met het Amerikaanse marineschip USS Wasp. Tijdens deze actie werden geen overlevenden gevonden. De commandant van de Van Nes beschikte tijdens de operatie ook over een klein detachement van de United States Coast Guard, met de beperking dat de Amerikanen niet aan land mochten. Het Coast Guard-detachement was in het kader van een antidrugsprogramma op de Van Nes ondergebracht. Om planning, mogelijkheden en behoeftes op elkaar af te stellen, zocht de commandant op 8 september contact met de gouverneur van Atlantico Norte en met de lokale militaire commandant te Puerto Cabezas. De Nicaraguaanse bewindvoerders werden op het schip uitgenodigd, en met hen werd een hulpverleningsplan opgesteld. In dit plan kreeg de Van Nes de taak om hulpgoederen direct in het getroffen gebied te distribueren. De Van Nes beschikte over 30 shelterboxen, 1000 Meals Ready to Eat, 2000 liter drinkwater in flessen en het water uit de eigen zuiveringsinstallatie aan boord.
De operatie begon op 9 september met noodhulp aan het dorpje Krukira, dat midden in het
zwaarst getroffen gebied lag. De Lynx bracht 40 bemanningsleden en 20 shelterboxen naar
het dorp, en leverde 1000 MRE’s en ruim 2000 liter drinkwater af. Bij het distribueren van de
hulpgoederen had het dorpshoofd de leiding. Naast het uitdelen van levensmiddelen, partici
peerde de bemanning actief in de verschillende opruim- en opbouwwerkzaamheden. Vanwege een verhoogd malariarisico besloot de commandant om zijn manschappen ‘s nachts niet aan wal te laten verblijven. De resterende hulpvoorraden werden op 10 september over drie andere dorpen verdeeld. De helikopter zette teams van vier man in deze dorpen af. Zij zochten contact met het dorpshoofd, waarna er voedselpakketten werden afgeleverd. In Dakura, het laatste dorp, werd besloten tot een intensievere inzet. Er werden behalve levensmiddelen ook 10 shelterboxen afgeleverd. Eenentwintig bemanningsleden vlogen in om wederopbouw te plegen. Het dorp bleek onder andere een vervuilde waterput te hebben. De technische dienst van de Van Nes maakte deze met inzet van een waterpomp weer zuiver. Naast haar aan- en afvoertaken voerde de boordhelikopter die dag tevens een medische evacuatievlucht naar Puerto Cazebas uit. De Hr. Ms. Pelikaan kwam in de avond van 10 september vanuit Curaçao voor de kust van Nicaragua aan met nieuwe voorraden levensmiddelen en shelterboxen. Het merendeel hiervan ging de volgende dag naar Dakura. In samenwerking met bemanningsleden van de Van Nes en leden van de Amerikaanse Coast Guard werden de voorraden op de Pelikaan geschikt gemaakt voor vervoer per helikopter, door middel van cargonetten. In Dakura richtten twee artsen een eerstehulppost in. Ze behandelden zestig patiënten. De Nederlanders repareerden tevens provisorisch een aantal huizen en deelden vijftig shelterboxen uit. In de middag van 11 september kon de boordhelikopter niet meer worden ingezet vanwege een technisch defect. De afgifte van hulpgoederen kwam hiermee abrupt tot een einde. De terug keer van de bemanningsleden naar de Van Nes werd in lastige omstandigheden uitgevoerd met rubberboten. Tegen het einde van de middag zette het schip koers richting Curaçao. De Pelikaan sloot de operatie een dag later, op 12 september, af nadat de laatste voorraad hulpgoederen in de haven
van Puerto Cabezas was afgeleverd.
Bron: Nederlands Instituut voor Militaire Historie |
|