|
ROEMENIE
HUMANITAIRE HULPVERLENING
(Red Cross Flight)
Duur: 27 december
1989 - 3 januari 1990
Krijgsmachtdeel: Koninklijke Luchtmacht
Aantal militairen: 30
Dodelijke slachtoffers: geen
Achtergronden
Midden jaren tachtig
begon de Koude Oorlog tussen Oost en West langzaam te ontdooien.
De nieuwe détente was vooral te danken aan Sovjetpresident
Michail Gorbatsjov. Hij zag in dat de Sovjet-Unie de wapenwedloop
met het Westen niet meer kon bolwerken. Om de Sovjet-economie
niet (verder) te laten imploderen, beloofde hij met zijn beroemde
glasnost- en pe-restrojka-politiek meer openheid en hervormingen.
Hij trok de Sovjettroepen uit Afghanistan terug en zwoer de
Breznjevdoctrine af, op grond waarvan het Kremlin zich jarenlang
bevoegd achtte in te grijpen wanneer zijn belangen in Midden-
en Oost-Europa op het spel stonden, bijvoorbeeld als landen
het Warschaupact dreigden te verlaten. De toenaderingspolitiek
van Gorbatsjov kwam in 1988 in een stroomversnelling tijdens
een bijeenkomst van de Algemene Vergadering van de Verenigde
Naties. Hier liet de Sovjetleider weten dat alle volkeren, dus
ook die in het Oostblok, uit vrije wil hun regering moesten
kun-nen kiezen. Aangemoedigd door deze geluiden, begonnen de
bevolkingen van de Warschau-pactlanden zich te roeren. Zij wilden
verandering. Zonder (militaire) steun van Moskou waren de communistische
partijen in de Midden- en Oost-Europese landen niet meer in
staat de op handen zijnde revoluties te onderdrukken. De communisten
zagen met lede ogen hoe vanaf begin 1989 hun regimes werden
ontmanteld. Met uitzondering van Roemenië voltrok zich
een fluwelen revolutie.
Eind 1989 was Roemenië het laatste Oostblokland waar de
bevolking het communistische regime de wacht aanzegde. Gemakkelijk
of vreedzaam ging dat niet. De sinds 1967 regerende dictator
Nicolae Ceaucescu wilde van geen wijken weten. In de meer dan
twintig jaar dat hij de dienst uitmaakte, had hij zich ontpopt
tot een hardvochtige alleenheerser. Maar toen eind december
1989 een etnische Hongaar, dominee Lászlo Tökés,
dreigde te worden gedepor-teerd, verzette de bevolking van de
stad Timi?oara zich zo heftig dat de vonk in het kruitvat sloeg.
Er ontstond grote onrust. Niet veel later sloegen de ongeregeldheden
over naar de hoofdstad Boekarest. Ondanks ingrijpen van de geheime
politie Securitate, waarbij honderden burgers het leven lieten,
wist de bevolking het communistische regime tussen 21 en 23
de-cember 1989 met geweld omver te werpen. Bij een poging het
land te ontvluchten, werden Ceaucescu en zijn vrouw Elena door
het leger gevangengenomen. Na een snel showproces van twee dagen,
werden de twee voor de camera's van de nationale media op Eerste
Kerstdag geëxecuteerd.
Het Nederlandse
aandeel
De Roemeense bevolking
was in de voorgaande decennia volkomen afhankelijk geraakt van
de staatsgeleide economie. Nu deze instortte, was zij voor haar
primaire levensbehoeften aan-gewezen op hulp van buitenaf. In
reactie op de ontstane situatie verzocht het Nederlandse Rode
Kruis de Koninklijke Luchtmacht op 25 december om hulpgoederen
naar Roemenië te brengen. De toenmalige minister van Defensie,
A.L. ter Beek, twijfelde geen moment. "Defensie is flexibel
en inzetbaar als het om hulpverlening gaat. Over het verzoek
van het Rode Kruis heb ik dan ook geen moment getwijfeld. Natuurlijk
werkt Defensie aan een dergelijke actie mee." In overleg
met het Rode Kruis werd besloten dat het luchtmachtperso-neel
van 334 Squadron, onder leiding van luitenant-kolonel W. Kauffmann,
in negen vluchten de door de hulporganisatie ingezamelde goederen
naar Roemenië zou vliegen. Op 27 en 29 december en 2 januari
gingen per dag drie F-27's, van het type Troopship en Friendship,
met voedsel en medicamenten naar Otopeni, de luchthaven van
Boekarest zo'n 20 kilometer ten zuiden van de stad.
Dit was lastiger dan gedacht. Het was namelijk voor het eerst
in haar geschiedenis dat de Koninklijke Luchtmacht het Warschaupact
aandeed. Overste Kauffmann realiseerde zich dat er voor een
dergelijke hulpmissie belangrijke benodigdheden ontbraken. Zo
vertelde hij: "Het probleem was dat Roemenië deel
uitmaakte van het Oostblok. Met an-dere woorden: vliegkaarten
van Roemenië ontbraken, want je kwam er nooit. Daarnaast
moest, om het land te kunnen bereiken, onder andere over Hongarije
worden gevlogen en dat behoorde ook tot het Oostblok. Voor deze
landen dien-den - in tegenstelling tot bij NAVO-landen - de
diplomatieke klaringen een aantal dagen van tevoren te worden
aangevraagd. Een vlucht aan de andere kant van het IJzeren Gordijn
gaf daarom problemen. Ik legde uit dat we welis-waar direct
konden vertrekken, maar dat we dan niet de eindbestemming zouden
halen. Daarvoor waren er op diplomatiek gebied te veel 'hobbels'.
Ik stelde voor direct het ministerie van Buitenlandse Zaken
in te schakelen om ervoor te zor-gen dat het nodige papierwerk
zo snel mogelijk in orde kwam."
Hierop werden in allerijl de benodigde papieren geregeld. Op
woensdagochtend 27 december werden drie Friendships op vliegbasis
Soesterberg uitgeleide gedaan door minister Ter Beek, Prinses
Margriet als vicevoorzitter van het Rode Kruis Nederland en
haar echtgenoot mr. Pie-ter van Vollenhoven. Onder de naam 'Red
Cross Flight' brachten de met een rood kruis be-schilderde transporttoestellen
de hulpgoederen naar Roemenië. Na een tussenstop in Wenen,
landden de toestellen onder barre weersomstandigheden later
die dag voor het eerst in de ge-schiedenis in een Oostblokland.
Enkele Roemeense militairen begroetten het luchtmachtpersoneel
met een 'V-teken'. Nadat de Nederlandse militairen waren gefouilleerd,
werden alle hulpgoederen door Rode Kruismedewerkers opgehaald.
Diezelfde avond vlogen de toestellen weer terug naar Nederland.
Op deze terugvlucht namen zij twee Noorse tv-journalisten mee
die enkele dagen in Roemenië vastzaten omdat er geen burgerluchtverkeer
meer mogelijk was. Ook de volgende twee vluchten, met drie vliegtuigen
per keer op 29 december en 2 januari, verliepen zonder noemenswaardige
problemen. Wel zag de bemanning van een van de F-27's zich op
29 december vanwege de slechte weersomstandigheden genoodzaakt
om te keren. Vanuit Roemenië sijpelden inmiddels berichten
door dat te veel voedsel en medicamenten werden opgevoerd. Doordat
allerlei landen en organisaties ongecoördineerd hulpgoederen
stuurden, raakten de voedseldistributiecentra tot de nok toe
gevuld, zo berichtten de media. Een medewerker van het Rode
Kruis in Roemenië liet weten dat de organisatie erg blij
was met de noodhulp, "maar nu zitten we met overschotten.
Er staan nog tachtig vrachtwagens uit Frankrijk en Oostenrijk
en er is een schip onderweg met tien ton medicamenten. We kunnen
er waarschijnlijk niets mee."
Wel of geen overschot, een deel van de door de Nederlandse militairen
vervoerde noodrantsoenen ging verloren. Eén van de Troopships
was namelijk volgeladen met ongeveer 300 blikken biscuits, die
niet tegen de luchtdrukverschillen bestand bleken te zijn.
"Waar we niet op hadden gerekend, was dat bij het passeren
van de 10.000 voet door de afname van de luchtdruk spontaan
300 blikken met een soort kanongebulder implodeerden. We schrokken
ons rot! Dit fenomeen herhaalde zich bij de daling naar Wenen
waarbij de blikken bij het passeren van de 10.000 voet - voor
zover mogelijk - weer hun oorspronkelijke vorm trachtten aan
te nemen. Van de kaakjes bleef in veel gevallen niet veel meer
over dan kruimels", aldus de vlieger. Het Nederlandse luchtmachtpersoneel
keek niettemin met tevredenheid terug op de hulpoperatie. Met
de dertig jaar oude kisten vervoerden zij tijdens de 'Red Cross
Flight' missie uiteindelijk ruim 25 ton voedselrantsoenen en
medicamenten.
Bron: Nederlands
Instituut voor Militaire Historie (incl. foto's)
|
|