ISRAEL
OPERATION DIAMOND PATRIOT (2e GOLFOORLOG)
Deelname 19 februari 1991 – 28 maart
1991
Krijgsmachtdeel: Koninklijke Luchtmacht
Aantal militairen: 81
Achtergrond
Kuweit was vanaf 1899 een Brits protectoraat
en herkreeg pas in 1961 zijn onafhankelijkheid. Irak erkende in
1963 de onafhankelijkheid van Kuweit maar bleef geïnteresseerd
in het olierijke en welvarende buurland met – in tegenstelling
tot Irak – een goede toegang tot de Perzische Golf. Irak
viel op 2 augustus 1990 Kuweit binnen omdat de oliepolitiek van
dat land nadelige gevolgen zou hebben voor de Iraakse economie.
Daarnaast verweet Irak het oliestaatje al jaren olie te stelen
uit het Roemajla-olieveld aan de grens tussen beide landen.
Het VN-mandaat en het verloop van de operatie
Nog op de dag van de invasie eiste de Veiligheidsraad
in resolutie 660 de onvoorwaardelijke Iraakse terugtrekking uit
Kuweit. Enkele dagen later kondigde de Raad in resolutie 661 een
algehele handelsembargo af tegen Irak. Pas in resolutie 665 van
25 augustus 1990 riep de Raad de VN-lidstaten op het embargo zo
nodig met geweld te handhaven. Een groot aantal landen gaf gehoor
aan de VN-resolutie en stuurde schepen om het embargo af te dwingen.
In de daarop volgende maanden vergrootte de anti_Iraakse coalitie,
onder aanvoering van de VS, haar militaire slagkracht in de Golfregio.
Omdat Irak zich ondanks het machtsvertoon niet terugtrok uit Kuweit
machtigde de Veiligheidsraad de anti-Iraakse coalitie in resolutie
678 van 29 november 1990 om Irak desnoodsmet geweld uit Kuweit
te verdrijven. Ter voorbereiding hierop werd onder meer in een
gezamelijke Amerikaanse-Nederlandse operatie (Deforger) zwaar
Amerikaans materieel en munitie uit Duitsland naar Rotterdam,
Delfzijl en Amsterdam gebracht voor verdere verscheping naar de
Golf. Tot een ‘peace-enforcement’operatie onder de
codenaam ‘Desert Storm’ kwam het daadwerkelijk toen
Irak geen duimbreed wilde wijken. In de nacht van 16 op 17 januari
1991 ging het luchtoffensief van start. De tweede fase van Desert
Storm, het grondoffensief begon op 23 februari. Op 28 februari
na honderd uur grondoorlog, vroeg het Iraakse regime om een staakt-het-vuren.
Het Nederlandse aandeel in de 2e Golfoorlog in Israël
De Nederlandse regering had Israël al
op 18 januari 1991 een Patriot-squadron aangeboden om het gevaar
van de Iraakse Scud-raketten te bezweren. Israël wenste eerst
van dit aan aanbod geen gebruik te maken maar kwam daar half februari
op terug. Een kwartiermakersgroep van 327 Squadron arriveerde
op 19 februari in Israël, vier dagen later gevolgd door het
resterende deel van de eenheid (totaal 81 militairen) en 8 Patriot-lanceerinrichtingen
(operatie Diamond Patriot). Er werden naar Israël, in tegenstelling
tot Turkije, geen Stingerteams gestuurd. Het commando was in handen
van luitenant-kolonel H.J. Vandeweijer; de Israëli’s
beslisten echter zelf over de tactische inzet van de Patriots.
De eenheid keerde op 28 maart terug naar Nederland.
Bron: Ministerie van
Defensie
Boek Van Korea tot Kosovo
|