|
‘Politievrouwen
opleiden. Ze trainen op weerbaarheid en leren hoe ze zedendelicten
aanpakken. Daar ben ik nu mee bezig’, zegt majoor Luc Verhoef.
Niet dat de meisjes voorheen geen aangifte deden. Maar in een dergelijk
geval werden bijvoorbeeld dienstdoende agenten bij elkaar geroepen.
In een zaal met dertig mannen mocht zo’n vrouw dan haar verhaal
doen. Dat zoiets niet werkt, heeft Verhoef ondervonden. ‘Ze
zegt dan geen woord meer. Wordt dan weggestuurd met de mededeling
dat ze de volgende keer haar vader moet meenemen, terwijl die nou
net de dader was’. Het nodigt niet uit nog eens bij het gezag
aan te kloppen voor hulp. Daarom wil Verhoef dat de politievrouw
de wijken ingaat en met de meisjes praat. Dat de agente weet om
welke vragen het draait, hoe ze met verkrachtingszaken omgaat en
die aanpakt. Het project omvatte slechts twaalf agentes maar dat
lage aantal maakt volgens Verhoef niets uit. ‘Die politievrouwen
leiden zelf ook weer mensen op’.
Opperwachtmeester Jolande
Hamstra en wachtmeester I Joce Zappij zijn naar Burundi geweest
om vrouwelijke politieagenten op te leiden als instructeur op
het gebied van zeden en zelfverdediging. Joyce Zappij: ‘De
eerste dag was een kennismaking met de dames die netjes met DT
en rok opkwamen. In deze groep zat ook een vrouwelijke generaal
die gebrand was om dit project voor de politievrouwen goed te
laten slagen. Belangrijk voor ons op deze eerste dag was de kennismaking
en het vertrouwen te krijgen van de dames zodat ze open naar ons
konden zijn en daadwerkelijk hun ervaringen binnen de politie
konden delen met ons. Zedenzaken zijn dagelijkse kost in Burundi
want een op de vijf vrouwen is verkracht of mishandeld. Jolande
heeft hen op het gebied van Zeden veel bij kunnen brengen zoals
human rights, eerste contact met slachtoffers, sporenonderzoek
en het opmaken van dossiers. Zelf heb ik hen op het gebied van
zelfverdediging eerst technieken aangeleerd zoals,controletechnieken,
bevrijdingen, boeien en boksen. De tweede week moesten ze instructie
aan elkaar geven. Tot onze verbazing waren de dames zeer gemotiveerd
en gebrand om deze cursus met een goed gevolg te laten verlopen.
Jolande en ik hebben met veel plezier en met trots deze cursus
gegeven want de dames hebben ons absoluut positief verbaasd. Bij
de certificatenuitreiking waren hooggeplaatste mensen van Buza,
UN, politie, Ambassade en de TV uitgenodigd. Alle twaalf politievrouwen
zijn met goede resultaten geslaagd en gaan nu zelf aan de slag'.
Het aanpakken van zedenmisdrijven
is slechts één facet van het werk. Het opleiden
van motoragenten vormt een ander. Daarvoor kwamen twee instructeurs
van het Wapen naar Burundi: Opperwachtmeester Frans-Willem Fleuren
en wachtmeester I Donald Koomen. Ook hier geldt weer het train-de-trainer
principe. De acht door de marechaussee geïnstrueerde mannen
kunnen aan de gang. In heel Burundi zijn honderd politiemotoren
en de bedoeling is uiteraard dat die worden gebruikt. Beide opleidingsprojecten
maken deel uit van een omvangrijk pakket van maatregelen om structuur
aan te brengen in de twintigduizend dienders tellende Burundese
politiemacht. Het politie personeelsbestand telde een kleine drie
jaar geleden slechts drieduizend koppen maar groeide explosief
sinds de vredesakkoorden van 2005. Burundi is, met haar rond de
acht miljoen inwoners, door Nederland uitverkoren voor steunverlening
om het land weer op te bouwen na meer dan tien jaar burgeroorlog.
Burundi beslaat qua oppervlakte tweederde van Nederland. Majoor
Verhoef nam het stokje medio 2007 over van zijn collega majoor
Rob Koster. Die was al druk doende om te komen tot een realistisch
strategisch plan voor opbouw en professionalisering van het politiekorps.
Geen gemakkelijke klus. Zo bestaat de politiemacht anno 2007 uit
naast oudgedienden van de gendarmerie, tevens uit voormalige soldaten
en ongeschoolde rebellen. Dat die bij het leger of de politie
in dienst zouden komen maakte deel uit van de afspraken tussen
regering en rebellenleiders. Inkrimpen met een paar duizend man
is het devies maar wel gedoseerd. Want leger en politie zijn ook
een sociaal vangnet voor ex-combattanten. Voor hen is er nu nog
onvoldoende plek op de Burundese arbeidsmarkt. Zo was de situatie
ongeveer toen Verhoef via het Rwandese Kigali in een snikheet
Bujumbura arriveerde. Samen met de lkol Jan Fongers, die zich
inzet als adviseur voor de ‘Forces de Defense du Burundi’,
nam hij zijn intrek in de ambassadebuurt in de plaats Kiriri.
Tijd om te acclimatiseren ontbrak. Eén week zou Koster
zijn opvolger Verhoef nog inwerken, wegwijs maken en in contact
brengen met zijn zakelijke relaties. Het bleek tijd genoeg. ‘Ik
geef inmiddels invulling aan het strategische plan dat Rob heeft
geschreven’, zegt majoor Verhoef. Dat is een fors document
met meer dan honderd taken. Het plan bevat procesbeschrijvingen,
aspecten van leidinggeven, maar ook welke eenheid wat moet doen,
welke middelen er nodig zijn en wat het beoogde doel is. Het gaat
dan om de meest uiteenlopende politietaken, van aanhoudingen en
verkeerscontroles tot grensbewaking. Met twee Burundese politiemensen,
hiërarchisch gezien vergelijkbaar met een generaal, vormen
we een werkgroep. Gezamenlijk zijn er nog wat aanpassingen gemaakt
maar uiteindelijk ligt het er dan. Een plan waar iedereen zich
in kan vinden en dat van kracht wordt voor de complete Police
nationale du Burundi. Gereed dus om mee aan de slag te gaan, zou
je kunnen concluderen. ‘Er is geen geld, dus daar moeten
we eerst achteraan’, plaats Verhoef echter als kanttekening.
‘Ik met mijn plan ‘verkopen’ aan de partners.
Er zijn heel wat landen die vertegenwoordigers naar Bujumbura
sturen, maar Verhoef doet vooral een beroep op Belgen, Canadezen,
Duitsers, Britten en Fransen. Bij de gelden die binnenkomen gaat
heet om miljoenen, maar het valt in goede handen. Bovendien wordt
er verantwoording over afgelegd’. Verhoef heeft nog meer
aan zijn hoofd. Zo is hij belast met een project waarbij het draait
om de bouw van trainingsfaciliteiten voor de politie. Het gaat
om zes panden verdeeld over het hele land. Nederland ondersteunt
dit financieel en neemt de controle op de uitvoer van de bouwvoor
haar rekening. België verzorgt de opleiding op diverse locaties.
Daarnaast loopt er nog een klus onder de noemer sensusproject.
Daarmee moet de marechaussee inzichtelijk maken hoe het politiebestand
in elkaar zit. Het gaat dan om zaken als het werving- en selectiesysteem,
opleiding, bevorderingen en de salarisbetaling. Wat dat laatste
betreft, moet iedere agent binnenkort, als die zijn salaris ophaalt,
persoons- en opleidingsgegevens invullen en een vingerafdruk inleveren.
De informatie gaat in een nog in te richten computersysteem. Zo
komen de eerste gegevens eindelijk in een bestand. ‘Dat
wordt nog wel een chaos’, verwacht Verhoef. ‘Dit is
echt Afrika maar de goede wil overheerst. Burundi wil er graag
met behulp van westerse landen bovenop komen’.
|
|