|
REPUBLIC DEMOCRATIE
DU CONGO
SECTOR SECURITY
REFORM (MILITAIR ADVISEUR)
Duur: 1 september 2005
– 1 maart 2006
Krijgsmachtdeel: Koninklijke Landmacht
Aantal militairen: 2
Achtergronden
Congo, dat exotische
land in Afrika, net zo groot als West-Europa, met een tropisch
klimaat, veel kostbare grondstoffen, weinig infrastructuur, een
geweldadige geschiedenis en sinds drie jaar een fragiele vrede,
stevent af op zijn eerste echte verkiezingen in 40 jaar. De veiligheidssector
in dit land, en met name leger en politie, wordt in snel tempo
en verregaand hervormd, waarbij de diverse legertjes en strijdgroepen
worden ontbonden, hergegroepeerd en getraind tot nieuwe Congolese
legerbrigades, die moeten zorgen voor orde, rust en veiligheid
in dit uitgestrekte land.
Kinshasa was ooit een keurige koloniale stad, maar is in chaos
en armoede vervallen. De wijk Gombe, langs de Congo-rivier, is
nog redelijk, omdat daar veel overheidsgebouwen en ambassades
zijn gelegen, maar daarbuiten is het één grote vuilnisbelt,
een onbeschrijfelijke chaos en armoede. Het straatbeeld is erg
Afrikaans: heel veel mensen op straat, stalletjes waar van alles
wordt verhandeld, vuil, stoffig. Oost-Congo is heel anders: Goma
ligt niet alleen aan het mooie Kivu-meer, ook aan de voet van
een werkende vulkaan. Overal in Goma zie je de nasleep van de
vulkaanuitbarsting van 2003, die delen van de stad bedekte en
ook een deel van de landingsbaan van het vliegveld, waardoor grote
toestellen er niet meer kunnen landen. De bevolking leeft in net
zo grote armoede als in de rest van Congo. De reis naar het kamp
Rumangabo duurt bijna twee uur, voor 50 km. De weg is abominabel
slecht. Links en rechts van die weg grote, uitgestrekte bananenplantages
en tropisch regenwoud. Daartussen wonen tienduizenden mensen,
in armzalige hutjes, zij leven van het land. Door de vulkanen
in dit gebied is het van nature erg vruchtbaar. Vroeger werden
hier rijke oogsten binnen gehaald, maar sinds 1994 (genocide in
het naburige Rwanda) wordt het gebied geteisterd door geweld,
rondtrekkende bendes en burgeroorlog. Als wij in kolonne naar
Rumangabo rijden, is het Congolese leger dan ook ruimschoots aanwezig
(en gelukkig ook de VN) voor de beveiliging. Alhoewel, beveiliging:
één van die Congolese soldaten wil achter in mijn
auto stappen met een levensgrote, doch stokoude, roestige granaatwerper
(voor kenners, een RPG-7), voor mijn “nabij-beveiliging”.
Die heb ik vriendelijk toch dringend verzocht een ander vervoermiddel
te zoeken, maar niet mijn auto.
Het Congolese leger verkeert in een erbarmelijke staat: brigades
van ruim 3000 man, bewapend met een oud geweer AK-47, velen op
badslippers, geen logistieke steun (één maaltijd
per dag), geen vervoer, geen zware wapens, geen verbindingsmiddelen,
geen medische zorg, weinig veilig drinkwater, enz. Soldaten worden
via de commandantenlijn uitbetaald, hetgeen vaak niet gebeurt.
Ik spreek soldaten die al maanden geen franc hebben gezien en
dus op strooptocht gaan, op zoek naar voedsel. Die mannen moeten
tenslotte ook (over)leven. De lokale bevolking moet het dan vaak
ontgelden. De EU missie in Congo voert nog dit jaar een ander
betaalsysteem in voor het Congolese leger.
Het mandaat
en het Nederlandse aandeel in de SSR-missie
Nederland is één
van de grootste donoren met ontwikkelingshulp voor de Democratische
Republiek Congo maar er ontstond al snel het inzicht dat het weinig
zin heeft te investeren in ziekenhuizen en scholen als die de
dag erna worden platgebrand door rondtrekkende bendes. Opbouwactiviteiten
moeten plaatsvinden in een veilige omgeving. Dit inzicht was eerder
onderkend in de nota “Sterke mensen, Zwakke staten”
(van 2002), waarin werd ingegaan op het Nederlandse beleid ten
aanzien van Afrika, ten zuiden van de Sahara, in meerjarig perspectief.
In deze nota, een beleidswijziging, werd het toenemende belang
onderkend van het bevorderen van vrede, veiligheid en stabiliteit
en werd gesteld dat er nieuwe vormen van samenwerking vereist
zijn, waaronder militaire samenwerking. De nota leidde tot de
oprichting van het Stabiliteitsfonds, dat is gericht op het snijpunt
van veiligheid en ontwikkelingssamenwerking, waar politieke, militaire,
humanitaire en ontwikkelingsinterventies in elkaar overlopen.
De samenwerking tussen Defensie, Buitenlandse Zaken en OS verloopt
prima, beter dan ik had verwacht.
Het werken met de Congolezen vergt nogal wat geduld: bijna geen
enkele afspraak wordt nagekomen, geregeld gaan vergaderingen niet
door omdat de Congolezen niet komen opdagen, beloftes om iets
te regelen zijn een rekbaar begrip. De samenwerking met de Zuid-Afrikanen
is goed, zij zijn een gedisciplineerde, betrouwbare partner gebleken.
Gelet op de toenemende belangstelling voor security sector reform,
zullen de komende jaren wel vaker militaire adviseurs in den vreemde
werkzaam zijn, veelal in nauwe samenwerking met Buitenlandse Zaken
(en OS).
Bovenstaand persoonlijk
verslag was van brigadegeneraal Hans Mulder. Hij verbleef met
zijn assistent, luitenant Sio Tehi, gedurende zes maanden in Congo
waarbij zijn kantoor zich in H.M. Ambassade in Kinshasa bevond.
Bron: Ministerie van
Defensie
|
|