BOSNIE –
HERZEGOVINA
UNITED NATIONS
INTERNATIONAL POLICE TASK FORCE
Duur: van 5 maart 1996
tot 1 januari 2003
Krijgsmachtdeel: Koninklijke Marechaussee
Aantal militairen: 721
Dodelijke slachtoffers: 1
Achtergronden:
De presidenten van
Kroatië, Servië en Bosnië toonden zich medio september
1995 onder Amerikaanse en Russische druk bereid mee te werken
aan een vredesregeling die uitging van het behoud van de territoriale
integriteit van Bosnië. Na het ingaan van een staakt-het-vuren
in Bosnië-Herzegovina op 14 oktober 1995 konden de onderhandelingen
in alle ernst beginnen. Een maand onderhandelen leverde een General
Framework Agreement for Peace in Bosnia and Herzegovina (GFAP)
op, beter bekend als het Dayton-akkoord, dat op 14 december 1995
in Parijs werd ondertekend.
Het VN-mandaat en de taken van UNMIBH
De Veiligheidsraad
besloot op 21 december 1995 in resolutie 1035 tot de oprichting
van de United Nations Mission in Bosnia and Herzegovina(UNMIBH),waarin
naast de United Nations International Police Task Force (UNIPTF)
een Mine Action Centre (MAC) en een vertegenwoordiging van de
secretaris-generaal waren ondergebracht. UNMIBH moest de voormalige
strijdende partijen steunen bij de wederopbouw en de handhaving
van de openbare orde. UNMIBH werkte nauw samen met lFOR, SFOR
en met de Hoge Vertegenwoordiger van de internationale gemeenschap
in Bosnië, die verantwoordelijk was voor de uitvoering van
de civiele component van het Dayton- akkoord.
Een van de belangrijkste doelstellingen van de UNIPTF was het
scheppen van een politiek en maatschappelijk klimaat in Bosnië
waarin verkiezingen konden worden gehouden. Het werk van de UNIPTF
was vooral gericht op het observeren en inspecteren van de politie
en het justitiële apparaat. De Veiligheidsraad verlengde
op 12 december 1996 in resolutie 1088 het mandaat van UNMIBH en
verzocht de UNIPTF in het bijzonder toezicht te houden op de handhaving
van de mensenrechten en op de politieactiviteiten in het omstreden
noordoostelijke stadje Brcko. De mandaatswijziging betekende een
belangrijke uitbreiding van het takenpakket van de UNIPTF. De
Task Force moest nu ook de herstructurering van politie en justitie
ondersteunen, inclusief de opleiding van politieagenten en justitiële
ambtenaren (de nadruk lag hier op de bestrijding van drugssmokkel
en georganiseerde misdaad). De UNIPTF moest daarnaast onderzoek
doen naar mensenrechtenschendingen door de lokale justitie en
politie. De omvang van de UNIPTF werd daarom uitgebreid van 1.721naar
2.038 personen. Het hoofdkwartier van de UNIPTF bevond zich in
Sarajevo, drie regionale kantoren waren gevestigd in Banja Luka,
Tuzla en Sarajevo. De drie regio's waren in districten opgedeeld,
die elk een aantal stations en substations (totaal 53) telden,
welke aan lokale politiebureaus waren gekoppeld.
Het Nederlandse
aandeel in de UNIPTF
Op 16 februari 1996
zegde de Nederlandse regering de uitzending toe van vijftig politiefunctionarissen
van de Koninklijke Marechaussee (KMar) als onderdeel van de UNITED
NATIONS MISSION IN BOSNIA AND HERZEGOVINA (UNMIBH) UNIPTP in Bosnië.
De Tweede Kamer ging echter pas akkoord nadat minister van Defensie
J.J.C. Voorhoeve van de IFOR-commandant de toezegging kreeg dat
de ongewapende UNIPTP'ers indien nodig op bescherming van IFOR
konden rekenen. De eerste lichting marechaussees voor de UNIPTF
- 49 personen sterk - vertrok op 5 maart 1996 naar Bosnië
en voegde zich daar bij luitenant-kolonel G.H. Besselink, die
- als hoogste Nederlandse officier bij de UNIPTF - optrad als
senior national representative. Alle UNIPTP' ers waren verplicht
na aankomst in Zagreb of Split gedurende een week een introductiecursus
te volgen. Het Nederlandse aandeel in de UNIPTF steeg in 1997
tot 52 personen en in februari 1998 tot 55 marechaussees. Sinds
november 1998 zijn de Nederlandse UNIPTP' ers stapsgewijs overgegaan
van twee rotaties, naar vier rotaties per jaar. Het werk van de
ongewapende UNIPTP' ers is overigens niet zonder gevaar. Tijdens
de NAVO-luchtaanvallen op de Federale Republiek Joegoslavië
in het voorjaar van 1999 werden de UNIPTP' ers geconfronteerd
met demonstraties die nogal eens uit de hand liepen. Uit voorzorg
verbleef de bemanning van een aantal UNIPTP-posten - onder wie
veertien Nederlandse marechaussees - in de Republika Srpska met
name 's nachts in de Moslim-Kroatische Federatie.
(Adjudant G.H.A.M.
Klaassen overleed op 25 augustus 1999)
Bron: Ministerie van
Defensie
Boek: Van Korea tot Kosovo
Foto: Nederlands Instituut voor Militaire Historie
|